Andreaskerk - 'Klein, gezellig en warm'

09 maart 2018 - Algemeen federatie nieuws, Kwintsheul

In de krant AD editie Westland werd in de rubriek Ouder Westland op 27 februari 2018 een artikel geplaatst over de jarige Andreaskerk.

Van de 'oude' roomse Westlandse kerken is de Andreas in Kwintsheul niet de grootste, wel het soberste en tevens het meest intieme godshuis. Dat vinden althans gepassioneerde Heulse parochianen. Het kerkgebouw is jarig, het bestaat 125 jaar.

Of ze de kerk mooi vinden? Koos van Vree en Nico Stijger vallen even stil, aarzelen alvorens te antwoorden. Schudden dan alle twee het hoofd. ,,Nee, eigenlijk niet,'' zegt de een, ,,doelmatig, zonder pracht en praal." En de ander: ,,Klein, gezellig, warm, ook netjes. Met een religieuze intimiteit die uitnodigt om naar binnen te gaan." Samen concluderen ze, bijna in koor: ,,En het is wel een echte kerk."
Die kerk is de Andreaskerk in Kwintsheul, hun godshuis dat nu 125 jaar bestaat. Beiden zijn ze er parochiaan, ook een beetje historicus en archivaris, ze weten heel veel van hun Andreas. Die kennisvergaring is jaren geleden begonnen toen ze de kerkdeuren openzetten tijdens de Open Monumentendag. Gelach: ,,Dan word je snel koning éénoog in het land der blinden."

Koetsje
Heel lang was Kwintsheul te klein voor een eigen kerkparochie. Pas in 1869 mocht er een hulpkerk - een Wateringse dependance - worden gebouwd, waarvoor de gelovigen 7.000 gulden bijeen hadden geschraapt. Qua kosten hielp mee dat parochiaan Barend Reincke de grond schonk. De kerk werd vernoemd naar de Wateringse pastoor Andreas van Lottom, die wel iets met deHeulenaren had. Later kwam er een toren(tje), met luidklok. ,,Omdat er geen pastorie was werd de pastoor zo'n twintig jaar met een koetsje heen en weer gereden. Pas na zijn dood in 1890 verhief de bisschop Kwintsheul tot zelfstandige parochie'', aldus Stijger.

Binnen een jaar realiseerde zijn opvolger een pastorie. Daarna begon de bouw van een 'echte' kerk, maar omdat die op de hulpkerkplek moest komen werd er eerst een tijdelijke, houten noodkerk naast de pastorie gebouwd. Tien maanden (!) later, op 1 oktober 1893, gingen nieuwe kerk en toren open. Het enige relikwie uit de hulpkerk was de luidklok. ,,In 1900 was er weer een meevaller toen het gouden echtpaar Goeyenbier-Van der Knaap voor de kerk een orgel kocht. Tot dan was er alleen maar een oud harmonium, dat ook al jaren in de hulpkerk had gespeeld", vertelt Van Vree.

Vooral na de Tweede Wereldoorlog groeide het aantal Heulse katholieken: met zo'n 550 bankplaatsen was de kerk snel te klein. Bij de ingrijpende verbouwing in 1952 kwam er een dwarsschip aan beide zijden van het priesterkoor, waardoor een soort kruiskerk ontstond. Dat leverde zo'n 300 extra zitplekken op. (Nu zijn er nog 400 stoel- en bankplekken.) Er kwamen ook nieuwe, mozaïeken kruiswegstaties en in 1955 een tweede luidklok. Pronkstukje is de dagkapel, een mini-kerkje tussen kerk en pastorie, waar twee – nu ongebruikte - biechtstoelen staan.
Daar is ook de deur naar de doopkapel achterin de kerk. Baby's moesten eerst via die 'sluipweg' worden gedoopt, mochten immers ongedoopt niet in de kerk komen.

Offertafel
Na het Tweede Vaticaanse Concilie, midden jaren zestig, sloeg de 'verkaling' toe, werd het kerkinterieur sterk veranderd. Om parochianen meer bij de vieringen te betrekken, verdwenen preekstoel en communiebanken. Het altaar maakte plaats voor een offertafel.
,,Gelukkig is, ondanks alle veranderingen, het karakter van de kerk bewaard gebleven" , aldus Van Vree. Beiden vinden dat toen veel mooie dingen zijn verdwenen; van de oorspronkelijke preekstoel is nog een stukje te zien, een beetje verstopt bij de ingang. Van het overige hout is een nu nog gebruikte lezenaar gemaakt.

Daarna zijn er geregeld verbouwingen geweest, zijn banken deels vervangen door stoelen. In 1993 was er de laatste grote opknapbeurt. Het plan om de oorspronkelijke beschildering met ornamenten te herstellen bleek niet haalbaar. In 2000 werden kerk en pastorie gemeentelijk monument, vlak voordat Kwintsheul opging in de gemeente Westland.

Toren meet precies 42 meter. Waarom?
De geschiedenis van de Heulse Andreaskerk kent nog steeds raadsels en geheimen, zo weten de amateur-historici Van Vree en Stijger.
Het zit hen behoorlijk dwars waarom ze maar niet te weten kunnen komen dat de kerk op 20 september 1893 officieel is ingewijd en pas op 1 oktober feestelijk en formeel in gebruik werd genomen. Waarom zitten daar tien dagen tussen? En waarom heeft de bisschop Kwintsheul pas de status van zelfstandige parochie gegeven ná de dood van pastoor Van Lottom?
Terwijl die toch wist hoe gehecht de oude pastoor aan het Heulse deel van zijn parochie was?
Hoe kon het dat kerk en toren in tien maanden werden gebouwd? Waarom werd de toren precies 42 meter hoog? Was dat toeval of symboliek? Waarom kwam er een (toen redelijk bijzondere) torenomloop?
De twee Heulenaren hopen diep in hun hart nog alle antwoorden te vinden voordat de feestelijkheden rond de Andreas-verjaardag in september plaatsvinden. Enige historische hulp zou hen goed uitkomen.
Het belangrijkste verjaardagsfeest is op zaterdag 8 en zondag 9 september, Open Monumentendag.
Die dag zal daar ter gelegenheid van de jarige Andreaskerk in Westland officieel van start gaan.
Kerkelijk valt Kwintsheul onder de Sint Franciscus Federatie (Westland en Hoek van Holland). Van de ongeveer 4500 Heulenaren staan er bijna 2500 ingeschreven bij de rooms-katholieke kerk.
 

bron: AD Westland, rubriek Ouder Westland pag. 4 - editie 27 februari 2018

tekst: Rien van den Anker, foto: Daniella van Bergen

Terug naar de voorgaande pagina
Wij zijn 1 federatie met 10 parochiesvoor iedereen
Tekstgrootte

Bezoek eens de parochie site van Heenweg

Het ontkennen van problemen is een vorm van zelfbedrog die elke persoonlijke groei onmogelijk maakt.