Theo van Steekelenburg: 'Carpe Diëm, dankbaar dat ik in de Heul mag voorgaan'

18 juni 2013 -

Zondag 7 juli om half tien, als de Heulse Sint Andreas parochie naar gewoonte voor een viering bij elkaar komt, hoop ik mijn vroegere dorpsgenoten daarbij als priester te kunnen voorgaan. Het is lang geleden dat ik daar aan het altaar heb gestaan!  Ik ben de negende van de tien die mocht opgroeien in het warme gezin van "Carpe Diëm" aan de Heulweg. Ik weet nog dat wij, van mijn klas van 54 jongens, in 1956 met zijn elven naar een of ander seminarie gingen; o.a. Jan van Luijk. Een van onze neven werd Benedictijn, en Hugo en Nico gingen naar de missie. Als ventje droomde ik altijd al ook van zoiets. Vertrouwd met paters van het Rijswijkse Julialaantje bij wie we zo vaak de mis dienden, wilde ik ooit Salesiaan worden. Toch, omdat onze oude pastoor Warnink vond dat ook de parochies priesters nodig hebben, werd het gewoon de priesteropleiding van ons eigen bisdom. Dat was in dat jaar nog nèt het grote bisdom Haarlem; ons Rotterdamse bisdom werd precies in het voorjaar van dat 1956 daarvan losgemaakt. Bisschop Jansen droomde direct al van een eigen seminarie. Zo begon ik dat najaar mijn eerste jaar in kasteel Stoutenburg bij Amersfoort. Een foto daarvan gaat hierbij.

Van de 50 studentjes die daar rond hun bisschop staan zijn we uiteindelijk met zijn tweeën 'ginds' gekomen. Via de uitstekende gymnasiumopleiding op Hageveld in Heemstede en de filosofie en theologie in het grootseminarie Warmond, maakte ik het twaalfde en laatste jaar van onze opleiding opnieuw een breekpunt mee. Dat was kort na het grote Vaticaans Concilie, waar wij als studenten intens met meegeleefd hadden. In het revolutiejaar 1967 sloot de traditionele opleiding tussen de malse weilanden van Warmond; die werd verplaatst naar de hogeschool aan de Keizersgracht in hartje Amsterdam, waar wij ook gingen wonen. Dat laatste jaar beleefden we niet alleen onze spannende pastorale stage, wij beleefden er ook de grootstad - met alle gevolgen van dien. Als nog maar een kleine groep ontvingen wij In de Rotterdamse kathedraal onder de handen van nog steeds diezelfde bisschop Jansen de priesterwijding. Ik heb er geen enkele foto van, maar ik voel nòg diens handen op mijn hoofd. 

Dat gebeurde op zaterdag 6 juli; ik was net 24 jaar, maar ik wist: hiervoor ben ik geboren. Wij waren zogenaamd van de nieuwe generatie; met koets en al in De Heul ingehaald worden wilde ik niet, die tijd was voorgoed voorbij. Maar de morgen erna ging ik wel feestelijk voor in de eerste heilige Mis in de st.Andreas, met bruidjes en al, en mijn vader en moeder en heel ons gezin in de voorste banken. We vierden met het halve dorp feest in het gebouw aan de Heulweg, met daar voor de deur onze eigen harmonie st.Gregorius; om nooit te vergeten. Een maand later werd ik samen met een jaargenoot (wij hadden immers geleerd om in een team pastor te zijn!), benoemd in Vlaardingen - waar ik in de strenge winter van 1956 bij de bakker naast de kerk nog 'moppen' had gehaald.

Van toen af mocht ik gaan groeien in het priester zijn, steeds weer met goede collega's om mij heen - iets waarvoor ik erg dankbaar ben. Vanuit deze veilige start werd dat een groeien 'tegen de keer in'. Want juist in de jaren dat nogal wat priesters het ambt verlieten was ik eraan begonnen. Het werden kerkelijk gezien roerige jaren. Tegen de smaak van velen in werd A.Simonis onze bisschop. Toch was die het die mij in mijn dertigste levensjaar installeerde tot pastoor in het goede Noordwijkerhout. Vanaf mijn 40' mocht ik als zodanig in Wassenaar gaan werken; een gelukkige tijd! Na 13 mooie jaren viel mij de overplaatsing naar de diepe polders rond Ter Aar zwaar; dat was zoiets als een ‘cultuurshock’. Maar ook daar heb ik als priester van de mensen leren houden; het was hard werken – maar dat zat er wel in. Al direct breidde het pastoraat zich uit van één naar twee parochies, totdat ik jarenlang met geweldige collega's - onder wie past.Straathof ! - pastoor-moderator mocht zijn van de zeven dorpen rond de Langeraarse en Nieuwkoopse plassen; mijn mooiste tijd...

Sinds eind 2009 ben ik met emeritaat; ik woon met degene die nu al veertig jaar voor mij gezorgd heeft, Thea Verburg - nog familie van Schulte, de smid. We zijn neergestreken in Sassenheim, net ver genoeg van alle plekken waar wij zo thuis zijn geweest. We genieten van het vrij mogen zijn van alles wat altijd 'moest', en tegelijk ben ik op het vlak van begeleiding, de weekendvieringen en diverse taken rond onze bisschop J. v.d.Hende aardig actief; soms ontaardt dat gewoon in werken… Het was niet eens simpel om uit het parochiewerk te stappen, omdat er niemand is die de open plaats inneemt. Toch denk ik dat ik een goede keuze maakte; de krimp die wij beleven kan en hoef ik niet te keren. Ik ben God zij dank erg gezond en kan vanuit de zijlijn nog van alles betekenen; bovendien mag er voor mij als priester méér zijn dan actie - de Heer laat zich juist zoeken en vinden in de stilte.

Kortgeleden maakte ik het voor het eerst mee dat in de trein iemand voor mij opstond. Al voel ik mij jong - thuis blijf je ook steeds bij de jongste horen - ik ben wel in mijn zeventigste levensjaar. Begin dit jaar besefte ik ineens dat ik straks 45 jaar priester ben. Om me heen merk ik dat dit getal geen aanleiding meer is om iets te vieren; 'goud' wordt steeds gewoner. Zelf vind ik dat er wèl reden tot vieren is. Ik hoor nog steeds niet dat er in het dorp jongeren zijn die zich geroepen weten om  zo'n diensttaak voor hun kerk op zich te gaan nemen… In onze geloofsgemeenschap mag klinken dat we voor de toekomst priesters, pastores en religieuzen nodig hebben, om ons te helpen ons christelijk geloof gestalte te geven in de samenleving van nu. Deze zomer ontvangen in ons bisdom wel twee mannen de diakenwijding, maar een nieuwe priester zit er ook nu niet in.   

Om die reden heb ik het pastoraal team gevraagd of ik straks bij de viering in de Sint Andreas voor mag gaan. Niet alleen vallen 6 en 7 juli - in 1968 de dagen van onze wijding en mijn eerste voorgaan in de eucharistie op de Heul - ook dit jaar precies weer op zaterdag en zondag, ik heb nóg een reden. Onze ouders mochten een hoge leeftijd bereiken, hen hebben we dankbaar op ons Heulse kerkhof begraven. Maar verder - het is niet te geloven - is het gezin van Flip van Steekelenburg en Marie van de Laar op de dag dat ik dit schrijf nog helemaal compleet, zelfs alle negen stellen mogen zich nog steeds samen weten. Als dat geen zegen is... En nu onze zus en haar man uit New York die dagen ook nog van plan zijn om over te komen, zou het een gemiste kans zijn als je dan niets viert. - Het team gaf mij de ruimte er voor; misschien verlicht ik hen er nog mee, het is dan al vakantietijd.

Wel, een heel verhaal. Het is de achtergrond van het feit dat ik, net als 45 jaar geleden, op zondag 7 juli de viering van de Heulse geloofsgemeenschap mag voorgaan. Verder zonder toeters en bellen, al vind ik het fijn dat het koor ons helpt zingen, en dat er na de eucharistie van die zondag gelegenheid is om elkaar achter in de kerk rond wat drinken nog te ontmoeten. Ik neem die toezegging met allebei mijn handen aan. In de Kastanjehof wil ik daarna graag nog een paar uren samen zijn met ons gezin en de neven en nichten die dat fijn vinden. - U die dit leest weet nu in elk geval waarom er die eerste zondag in juli ineens een wat onbekend gezicht in de viering voorgaat. Misschien is er die morgen ook door anderen nog meer te danken of te gedenken; dat doen we dan samen! In die kerk waar al die jaren al zoveel gedeeld is, mogen wij dan al onze zorg, ons tekort en verdriet en ook onze dank voor God neerleggen, en die delen. Ik hoop dat we er allemaal bij mogen zijn!         
pastor Theo van Steekelenburg
Stoutenburg 1956.jpg

Stoutenburg, 1956
 

Terug naar de voorgaande pagina
Wij zijn 1 federatie met 10 parochiesvoor iedereen
Tekstgrootte

Bezoek eens de parochie site van Heenweg

Echt respect moet u verdienen, afgedwongen respect veroorzaakt meestal het tegenovergestelde.