Seksueel misbruik in de media

07 februari 2018 - Algemeen federatie nieuws

Het seksueel misbruik in de jaren  ’60, zoals in het artikel van 26 juli 2017 in het AD is gepubliceerd, vervult ons met grote schaamte en wij leven intens mee met alle betrokkenen. In 2010 werd dit misbruik bekend gemaakt bij de toenmalige pastores en is dit misbruik direct gemeld bij de commissie Deetman door diaken Dits. Op dat moment waren alle slachtoffers al overleden. Ook is dit misbruik door enkele nabestaanden van slachtoffers aan de commissie gemeld. Vanuit de commissie Deetman is verder geen onderzoek naar het misbruik verricht, wel is het misbruik opgenomen in het eindrapport van de commissie.

Naar aanleiding van een boekje van Wim van Zijl (Het ‘Rijke Poeldijkse Roomse’ leven met een knipoog, verschenen in 2016) is het AD gestart met onderzoek voor een artikel over het seksueel misbruik uit de jaren ‘60. Dhr. de Klerk, redacteur bij het AD, heeft hiervoor gesprekken gevoerd met dhr. van Zijl. In de dagen voorafgaand aan de publicatie van 26 juli 2017 zijn er aan bisschop van den Hende door het AD vragen gesteld over dit misbruik. Dhr. de Klerk was dus op de hoogte van de aanstaande publicatie. Echter, hij heeft nooit contact gezocht met leden van het pastoraal team over deze kwestie of hen om een reactie gevraagd. Dit heeft het pastoraal team teleurgesteld en het bevreemdt hen des te meer omdat dhr. de Klerk als archivaris van de Adrianusparochie zich vrijwel wekelijks in het woonhuis van pastoor Steenvoorden bevindt. Zij komen elkaar in de gang of op de trap tegen en drinken regelmatig koffie. Dhr. de Klerk heeft nooit enige poging ondernomen om een statement van de pastoor te krijgen over deze kwestie, noch van een ander lid van het pastoraal team. Vlak voor de publicatie werd de pastoor ‘overvallen’ door een telefonisch interview van een andere journalist van het AD. Hij heeft hem kort te woord gestaan omdat hij niet alle vragen direct kon beantwoorden. Echter, hij heeft niet meteen ‘de hoorn er op gegooid’ zoals in de krant staat. Met deze bewoordingen wordt stemming gemaakt en is zijn persoon ernstig beschadigd. Het bestuur van de Adrianusparochie en het pastoraal team van de parochiefederatie ervaren deze benadering van het AD als niet fair.

Op 26 juli verscheen het artikel in het AD, niet alleen in de regionale krant maar ook in de landelijke versie. Voor nabestaanden had dit tot gevolg dat verdriet en leed opnieuw werden beleefd. Daarnaast bevatte dit artikel (gedeeltelijk) onjuiste beweringen dan wel verkeerd gekozen woorden die pijn hebben veroorzaakt en mensen hebben beschadigd. Als reactie op het artikel heeft de vicevoorzitter van het parochiebestuur in Poeldijk in het daaropvolgende weekend een verklaring voorgelezen. Hierin wordt erkend dat de gebeurtenissen in die jaren veel leed hebben veroorzaakt en dat er diepe wonden zijn gemaakt. Vanuit de parochiefederatie wordt aangedrongen op het melden van seksueel misbruik binnen onze parochies, dat in het verleden of recent heeft plaatsgevonden. De zogenoemde ‘doofpotcultuur’ past niet binnen onze parochies. Grensoverschrijdend gedrag wordt niet geaccepteerd en wordt gerapporteerd bij de opvolger van de commissie Deetman: het R.K. Meldpunt Grensoverschrijdend Gedrag.

Daarnaast is contact gezocht met nabestaanden van de slachtoffers, dit zijn broers of zussen van slachtoffers en in één geval een hoogbejaarde moeder. Er is aandacht gegeven en hulp aangeboden. Tot nu toe heeft nog niemand gebruik gemaakt van dit hulpaanbod, maar die mogelijkheid blijft altijd aanwezig. Een andere mogelijkheid is een gesprek met de bisschop. Een van de nabestaanden heeft hiervan gebruik gemaakt.

Daarnaast is bij een van de pastores melding gemaakt van een geval van seksueel misbruik in de jaren ’60, wat plaats heeft gevonden in Wateringen. Met nabestaanden van het slachtoffer is contact gezocht. Er is hulp aangeboden en een rapport hierover is opgesteld. Dit is eind 2017 verzonden naar het Meldpunt Grensoverschrijdend Gedrag. De nabestaanden hebben uitdrukkelijk gevraagd dit niet in de publiciteit te brengen. Er is dan ook geen sprake van een doofpotcultuur, maar we geven gehoor aan de wens van de nabestaanden om dit niet openbaar te maken. Het beeld dat het AD in de artikelen van 26 juli en 19 december oproept van de huidige kerk als een gesloten bolwerk met een doofpotcultuur doet geen recht aan de werkelijkheid en ervaren wij als diep kwetsend.

Iedere nieuwe melding van grensoverschrijdend gedrag wordt altijd gemeld bij het bovengenoemde meldpunt. Met slachtoffers of nabestaanden wordt contact gezocht om pastorale hulp en zorg aan te bieden. Daarnaast is het belangrijk dat alles wordt gedaan aan het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag. Dat doet onze kerk onder andere door duidelijke regels in de gedragscode van pastorale beroepskrachten, de eis van een vrijwaring bij de benoeming van een nieuwe beroepskracht en de voorwaarde van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG), zoals veel andere maatschappelijke organisaties die ook vragen. Al het mogelijke wordt gedaan om van de fouten uit het verleden te leren en te werken aan een cultuur van openheid en veiligheid, respect en integriteit.

De nabestaanden van de slachtoffers ervaren het oprakelen van het seksueel misbruik als belastend en oude wonden worden geopend. Zij verlangen naar rust. Dat de ouders destijds hun kinderen niet geloofd hebben, zoals in het artikel van 26 juli werd vermeld, is generaliserend en geldt zeker niet voor alle families. Deze opmerking hebben sommige families als schokkend ervaren omdat het totaal onwaar is.

Pastoor Steenvoorden
Diaken Dits


Lees ook: 'Beeld priesterschap verstoord' - publicatie AD Westland 7 februari 2018

Terug naar de voorgaande pagina
Wij zijn 1 federatie met 10 parochiesvoor iedereen
Tekstgrootte

Bezoek eens de parochie site van Kwintsheul

Omstandigheden maken de mens niet; ze onthullen wie hij is.