Er reden ooit zes tot acht bussen op bedevaart naar Kevelaer

11 februari 2017 -

Bedevaarten hebben een traditie in het Westland. In 1819 werd in Wateringen de Westlandse broederschap van Onze Lieve Vrouw van Kevelaer opgericht. De Sint Jan de Doperkerk was de broederschapskerk. De kerk bewaart nog steeds vier processievaandels: een van de oprichting, een van het vijftig, een van het 75 jarig en een van het honderd jarig bestaan. Verder verwijzen de glas in loodramen naar de bedevaart en beschikt de kerk nog over een Mariabeeld, dat in Kevelaer werd rondgedragen.

Kevelaer is een Duits stadje vlak over de grens, 26 kilometer ten noorden van Venlo. Volgens de overlevering kreeg de handelsreiziger Hendrick Busman in 1642 bij een wegkruis in Kevelaer drie keer opdracht om een kapel te bouwen. Twee keer liep hij door maar de derde keer gaf hij gehoor aan de opdracht. Sinds die tijd groeide het stadje net over de grens bij Venlo tot het grootste Maria bedevaartsoord in Noord-West Europa. In een groot aantal Nederlandse steden werden broederschappen van opgericht. De Haagse broederschap heeft lang een slapend leven geleid maar is in de jaren negentig nieuw leven ingeblazen. Ook in het Aartsbisdom Utrecht bestaan veel broederschappen, die een keer per jaar op bedevaart naar Kevelaer gaan. Zo kom je elkaar tegen. De broederschap telde ooit vierhonderd leden.

Broedermeesters
In het parochie-archief van Wateringen zijn nog wat overgebleven zaken van het Broederschap terug te vinden. Zo vonden we een reglement uit 1881 van de Westlandsche processie naar Kevelaer. De processie staat dan onder oppertoezicht van de toenmalige bisschop van Haarlem P.A.M. Snickers. Het bestuur van de broederschap bestond uit een president en vijf leden, die broedermeesters werden genoemd. President was pastoor Andreas van Lottom van Wateringen. P.J. Samwel en G.J. Schilperoort zijn broeder-directeur en C.P. Hoek is secretaris en penningmeester. De broederschap is niet winstgericht: het batig saldo wordt aangewend voor het lezen van missen voor de overleden leden. Een ander artikel meldt dat er op de feestdagen van de allerheiligste Maagd een mis voor de overledene wordt opgedragen. Dat betekent dus vijf heilige missen per jaar evenveel als het aantal feestdagen.

Er werd met de boot via Delft en Rotterdam naar Nijmegen gereisd. Vandaar was het niet meer zover en gingen de pelgrims te voet verder waarbij onderweg veel bedevaartkerken werden aangedaan. Later ging de reis per autobus. Er reden wel zes tot acht bussen naar Kevelaer. In Mariajaar 1954 schafte VIOS een autobus aan met daarin een altaar naast de plaats van de chauffeur. Daardoor kon de priester gedurende de rit het H. Misoffer opdragen. Dit ging door tot in de jaren zestig. Toen raakte de praktijk van de bedevaarten in onbruik. In 1969 werd de broederschap opgeheven. Er lijkt sprake van een revival. In 2019, tweehonderd jaar na de oprichting van de broederschap, rekent pastoor Steenvoorden op een bedevaart met drie bussen naar Kevelaer.

Speciale bedevaarttrein
In de jaren dertig ging de bedevaart ondanks de politieke gespannen verhouding met Duitsland gewoon door. In 1938 reed een speciale bedevaartrein, die op 30 augustus om 8.00 uur ’s morgen vertrok vanaf station Holland Spoor in 's-Gravenhage. De reis ging door de Betuwe, via Nijmegen en Gennep naar Duitsland. De reizigers werden vooraf streng geïnstrueerd. "Het is verboden aan de stations waar de trein stilstaat te zingen of overluid te bidden", meldt het reglement. "Zoowel gedurende de reis als gedurende het verblijf der Bedevaart te Kevelaar, moet het gedrag der deelnemende Pelgrims in alle opzichten onberispelijk zijn. Wie hieraan niet voldoet zal de toegang van de trein zonder enig recht op vergoeding geweigerd worden." Een voorschrift laat er helemaal geen twijfel over bestaan: "De kleding der deelnemende dames moet aan de Pauselijke en Bisschoppelijke voorschriften stipt beantwoorden." Hoe die kledingvoorschriften precies luiden staat niet beschreven.

Het ‘programma der oefeningen’ geeft voor elk deel van het traject een lied of gebed. In Kevelaer aangekomen is er een ‘plechtige intocht’ van de Westlanders van het station naar de grote kerk onder het zingen van het ‘Salve Regina’. De volgende ochtend is het vroeg opstaan maar dat zullen de Westlanders van huis uit gewend zijn. Om 6.30 uur is er een Heilige Mis met communie. Om 10.00 uur een hoogmis gevolgd door Kruisweg. De Westlanders hoeven zich niet te vervelen want om 16.00 uur is er lof gevolgd door een processie naar het Kerkhof waar een smeeklied voor de overledenen wordt gezongen. Om 19.30 uur avondgebed met Marialiederen. Het ritueel herhaalt zich de volgende dag waarna al zingend en biddend de terugreis plaats vindt. Tussen Rotterdam en Delft heffen de pelgrims het laatste gezang aan: het Loflied ter ere van de Heilige Anna.

De bedevaart is een vertrouwd Katholiek fenomeen. In de Middeleeuwen had een bedevaart vaak tot doel vergeving van zonden te verkrijgen. Soms was het zelfs een straf voor een veroordeelde misdadiger. Tegenwoordig reizen pelgrims per luxe touringcar of zelfs per vliegtuig. In juni vertrekt een bus vanuit het Westland naar Polen om daar in de voetsporen van Paus Johannes Paulus II te treden. Er hebben zich al 53 pelgrims aangemeld bij de organiserende Stichting Bedevaarten Westland.

Terug naar de voorgaande pagina
Wij zijn 1 federatie met 10 parochiesvoor iedereen
Tekstgrootte

Bezoek eens de parochie site van Kwintsheul

Omstandigheden maken de mens niet; ze onthullen wie hij is.