Orgel
Op 12 november 2006 nam de parochie van de H.H. Martelaren van Gorcum in De Lier haar nieuwe orgel in gebruik. De organisten Aart de Kort en Jeroen de Ridder verleenden daaraan hun medewerking.
Het orgel vervangt een instrument dat de Gebr. Vermeulen 1955 tegen de westgevel van de kerk plaatste. In 1975 werd dit orgel verplaatst naar het priesterkoor en uitgebreid met een klavier, waarna het 12 registers op twee manualen en pedaal omvatte.
Dertig jaar later was het instrument zo vervallen dat men besloot er geen geld meer aan te spenderen en om te zien naar een ander orgel. Dat werd na advies van het bisdom Den Bosch gevonden in Kaatsheuvel. Het betrof een instrument dat de fa. Adema-Schreurs in 1962 opleverde voor de St.-Jozefkerk aldaar. Het werd gebouwd onder advies van pastoor W. Kerssemaker namens de KKOR, en op 26 augustus 1962 ingespeeld door Albert de Klerk.
Toen de Lierse parochie in 2004 besloot dit orgel aan te kopen was de St.- Jozefkerk intussen aan de eredienst onttrokken. Niet alleen wat grootte betreft, maar ook qua vormgeving past dit instrument uitstekend in de kerk van De Lier: op de nieuwe locatie is het orgel eveneens voor een rondvenster geplaatst.
Het orgel werd gedemonteerd en opgeslagen in De Lier. In de maanden oktober en november van 2006 bouwde de Adema’s Kerkorgelbouw uit Hillegom het instrument op in de kerk van de HH. Martelaren van Gorcum. Bij het schoonmaken van de orgelonderdelen hielpen vrijwilligers en ook een deel van de timmermans- en electricienswerkzaamheden werden door parochianen uitgevoerd.
Het orgel kreeg een plaats op de koorzolder waar het vorige instrument stond voordat het verplaatst werd. Hierdoor kreeg het apsis met het liturgisch centrum zijn oorspronkelijke rustige uitstraling terug.
Het pijpwerk is in de werkplaats van de orgelmaker schoongemaakt en gerepareerd; de tien grootste frontpijpen werden vervangen. De overige delen van het orgel zijn in de kerk gebleven en daar gereinigd. Omdat in de nieuwe situatie de speeltafel beneden in de kerkruimte staat, is er een dertigtraps servomotor aangebracht voor de bediening van de zwelkast.
Verder is het instrument ongewijzigd gebleven. Het orgel heeft elektropneumatische kegelladen met mahonie raamwerk, pijpstokken en bodems; de membraanlatten zijn van eiken. De windvoorziening bestaat uit een magazijnbalg en een regulateur.
(foto: Jan Zwaard)