”Wij en God zijn partners!”

Je zou kunnen zeggen dat vakantietijd eigenlijk voor iedereen een tijd van genieten zou moeten zijn. Misschien was je op vakantie. Heb je gezien hoe mooi de wereld ergens anders is. Mooie steden en dorpen. Bergen misschien. Rivieren. Lekker eten. Of je kijkt ’s nachts omhoog. Eindeloos veel sterren. Indrukwekkend. Hoe mooi heeft God alles gemaakt. Misschien ging je niet op vakantie.

Je had wel meer tijd voor jezelf omdat je niet naar school of naar werk hoefde. Je geniet van een mooie dag. Een leuke film. Gamen met je vrienden. ’s Avonds samen sporten. De wereld is mooi. Want het is Gods wereld. Velen van ons kennen Psalm 8, een lied over de schepping, die vaak na het Scheppingsverhaal tijdens de Paaswake gezongen wordt. “Heer, onze Heer, hoe machtig is uw Naam allerwegen op aarde”, klinkt het refrein. De Psalm tintelt van verwondering over Gods grote werken. Verwondering en bewondering misschien wel de basisgrondhouding om te kunnen geloven. Kinderen beschouwen alles nog met open mond en grote ogen. Dan komen ze naar je toe: ‘papa, mama, kijk eens wat een mooie bloem!’ En dan laten ze je een ‘gewone’ paardenbloem zien …!

Ja, kinderen weten nog wat echte verwondering is. Daarom schuift de Psalm kinderen ook naar voren. Ja, het is de omgekeerde wereld.
Niet degenen die zich groot maken voor God, staan aan zijn kant, maar degenen die klein zijn en zich helemaal afhankelijk van God weten, die zich aan Hem toevertrouwen. En God doet een beroep op ons in deze Psalm: “Gij doet hem het werk van uw handen beheren en alles hebt Gij aan zijn voeten gelegd.” Wij allen zijn medescheppers. Iedereen heeft het in zich, iedereen is naar Zijn beeld geschapen. Hoe zou onze dag er uit zien als we verwonderd zouden zijn dat “alles aan onze voeten is gelegd”. Om dingen tot stand te brengen, te bouwen, te maken?
Die kans krijgen we iedere dag opnieuw.

Pastor Charles Duynstee