Wijding
De wijding is bedoeld voor degenen die het werk van de apostelen van Jezus voortzetten. De opdracht die Christus heeft gegeven aan zijn apostelen, is nu toevertrouwd aan bisschoppen, priesters en diakens. Zij ontvangen voor deze zending een wijding. Door de wijding (handoplegging onder het uitspreken van een wijdingsgebed) krijgt de wijdeling de gave van de heilige Geest, zodat hij zijn werk voor alle gelovigen kan waarmaken.
Het wijdingssacrament in zijn volheid is dat van de wijding van een bisschop. Het maakt de wijdeling tot een wettige opvolger van de apostelen. Hij treedt daarmee ook toe tot het college van bisschoppen. Samen met andere bisschoppen en de paus is hij verantwoordelijk voor de gehele Kerk. De bisschop aan wie een lokale kerk is toevertrouwd is in zijn bisdom de spil van eenheid. Iedere bisschop heeft in de geloofsgemeenschap de taken van onderricht, heiliging van de gelovigen en bestuur.
Bij een priesterwijding roept de bisschop Gods kracht af over de nieuwe priester. De priester kan in de naam van Christus en als medewerker van de bisschop het woord van God verkondigen en de sacramenten als Eucharistie, doop, biecht en ziekenzalving, toedienen. Bij een diakenwijding wordt de nieuwe diaken aangesteld tot een dienst binnen de geloofsgemeenschap in naam van de bisschop. Hij staat de priester bij in de eredienst, bij pastorale taken en op het gebied van de liefdadigheid. Hij kan dopen en Gods zegen afroepen over een huwelijkspaar.
Alle drie de wijdingen worden toegediend door bisschoppen als opvolgers van de apostelen.
Terug naar de voorgaande pagina