Ab Vijftigschild viert diamanten priesterjubileum
De uit Naaldwijk afkomstige priester Ab Vijftigschild viert op 23 mei zijn diamanten priesterjubileum. Op zondag 26 mei gaat hij voor in een Heilige Mis in de Sint Lambertuskerk in de Heenweg, waar zijn ouders zijn getrouwd. Ondanks zijn hoge leeftijd is Vijftigschild nog steeds actief. Wel gaat hij het aantal missen afbouwen.
Vijftigschild blijft in en rondom zijn woonplaats Woubrugge pastoraal actief: ,,Het ligt in mijn aard om mensen te blijven bezoeken’’, zegt de jubilerende pastoor. ,,Ik heb in de loop der jaren een aanzienlijk aantal goede bekenden gekregen, die ik zal proberen te blijven zien. Met het doen van uitvaarten ben ik echter gestopt omdat het te zwaar is geworden. Het verzorgen van een uitvaart hakt er echt in. Dit deel van het werk is te slopend voor mij geworden.’’
Ab Vijftigschild werd op 5 november 1938 geboren in een gezin van tien kinderen, dat bestond uit acht jongens en twee meisjes. Zijn moeder was van het Staalduinsebos en zijn vader van Poeldijk. Aanvankelijk had zijn vader een tuin aan de Kleine Achterweg in Naaldwijk maar het gezin verhuisde in 1941 naar Poeldijk. Vader Vijftigschild ging tuinen op de tuin van opa Vijftigschild Voorstraat 68. Als kind had Vijftigschild een hekel aan de kerk. ,,Het altaar in de Bartholomeus was ver weg en alles ging in het Latijn’’, herinnert de jubilaris zich 80 jaar later. ,,Dat veranderde toen ik misdienaar mocht worden. Toen mijn peettante mij bij de eerste communie vroeg wat ik later wilde worden, antwoordde ik: pastoor.’’
Ongeschikt voor de tuin
,,Mijn vader was weinig succesvol als tuinder. Zelf vond ik de tuin ook niets voor mij omdat ik veel te tenger was. Ik zag er echt slecht uit en ik vond mijzelf volkomen ongeschikt voor het werken in de tuin. Ik kon goed leren op de Bartholomeusschool en de opmerking bij mijn eerste communie was voldoende om naar het seminarie Hageveld en later naar Warmond te mogen. In 1964 ben ik priester gewijd. Wij waren toen met veertien wijdelingen. Daarvan zijn er nu nog twee over. Er zijn er een aantal overleden maar de meeste zijn uit het ambt getreden.’’
Zelf heeft Vijftigschild ondanks alle problemen in de kerk nooit overwogen om uit te treden. ,,Ik verdoezel in mijn preken en contacten zaken niet’’, zegt de jubilaris. ,,Ik kan gemakkelijk over alles praten maar schaamde mij dood over het misbruik in de kerk. Ik houd echt van de kerk. Ik ben het ook niet met alles eens geweest. Toen Simonis bisschop van Rotterdam werd, heb ik daar in Gouda over gepreekt. Hij voelde niet als mijn bisschop en beantwoordde niet aan het profiel dat de kerkgemeenschap van het bisdom Rotterdam had opgesteld. Of ik problemen heb gehad met het celibaat? Het had kunnen voorkomen dat ik ontzettend verliefd op iemand zou zijn geworden maar ik kon het pastoraat niet missen. Ik had ook veel steun aan mijn eerste pastoor, waar ik zes jaar kapelaan mocht zijn.’’
Ziekenhuis
Na mijn wijding in 1964 ben ik dus kapelaan in Voorburg geworden. Daar was net een kerk gebouwd: de Verrezen Christus. Een jaar later kwam er vlakbij de kerk een nieuw ziekenhuis: het Diaconessenziekenhuis. Sindsdien ging ik elke dag een paar uur op ziekenbezoek. Ik kwam er moe vandaan maar het werk gaf wel veel voldoening. In de parochie kostte het mij moeite om mensen los te laten. Dat werd een last. In het ziekenhuis gingen de patiënten naar huis of overleden in een enkel geval. Ik hoefde voortaan mensen niet meer thuis op te zoeken. Ik ging op cursus om rector in een ziekenhuis te worden. Dat heette toen nog zo. In 1970 ging ik in Gouda in het ziekenhuis werken en na zes jaar heb ik gesolliciteerd als ziekenhuispastor in Leiderdorp.
Vijftigschild werkte 22 jaar in het Leiderdorpse ziekenhuis. In 1998 stopte hij met dit werk. Zijn huisgenoot Henk van Zoelen was inmiddels pastoor geworden van twee parochies en Vijftigschild ging hem assisteren in Oude Wetering. ,,Ik wilde geen pastoor worden want ik had geen zin in het leiden van vergaderingen’’, zegt de jubilaris. ,,In die tijd ben ik ook nog een jaar ingevallen in ’s-Gravenzande en de regio Westland-Noord. Vanaf 2015 ben ik één keer per maand voorgegaan in het Westland. Dat wordt voortaan één keer per twee maanden.’’
,,Op 2 februari heb ik een paar keer gepreekt over een antifoon uit de Vespers van Maria Lichtmis: De oude man Simeon droeg het kind maar het kind leidde en stuurde de oude man. In mijn leven kan ik een aantal momenten aanwijzen dat ik werd gestuurd. Ik kwam in het ziekenhuis soms juist op het moment van overlijden en was blij dat ik erbij kon zijn. In het ziekenhuis voelde ik mij als een vis in het water. Ik kreeg vaak tips van de verpleging maar ik heb het ook een aantal keren mee gemaakt dat ik het gevoel had dat ik gestuurd ben. Ook buiten het ziekenhuiswerk heb ik vaker ervaren, dat ik geleid word. Ik koester deze ervaring en hoop die te mogen behouden’’.
tekst: Frank de Klerk
Terug naar de voorgaande pagina