Te veel van het Goede?
Soms duizelt het me wel eens. Wat hebben we allemaal te vieren, te gedenken en te memoreren? Waar worden we allemaal geacht aandacht aan te schenken en mee bezig te zijn? Oktober is zo’n maand vol activiteit: wijnmaand, oogstdankdag, missiemaand, Franciscusfeest, Mariamaand, Werelddierendag, stoptober én – dit jaar- 10 jaar parochiefederatie St. Franciscus, tussen duin en tuin. We schieten van het één in het ander als we niet oppassen, maar de vraag is: schieten we hierin niet een beetje door? En schieten we daarmee niet het doel voorbij?
Veel van het Goede kan geen kwaad, maar te veel van het goede wel. Misschien moeten we gezamenlijk dit soort van festiviteitendrang een halt toe roepen. Overdaad schaadt immers. Of wellicht moeten we keuzes maken in waaraan we ons wel en waaraan we ons niet committeren. Daarbij is het natuurlijk van belang welke criteria we aanleggen om onze keuzes te funderen: wat mag zeker niet ontbreken op onze corona-proof kalender en wat kan dit jaar worden overgeslagen?
Een andere manier van kiezen is om onze gelovige wortels te laten spreken. Maria en Franciscus zullen dan zeker hoge ogen gooien, maar ook de missieperikelen en de oogstdankdag. Geloven omhelst dan ook tegelijkertijd weer zo veel, zo breed, eigenlijk alles. En zo is het ook. Wat we ook doen of laten, wat we ook kiezen en waarom we zaken in ons leven belangrijk vinden of niet, het raakt aan ons geloof. Aan hoe we tegen het leven (en de dood) aankijken en hoe we ermee willen omgaan.
Daarbij mogen we constateren dat geloven ook iets is dat niet stilstaat. Het ontwikkelt zich door de jaren heen. Als kind kijken we anders naar de wereld dan als volwassene, en wij geloven als kind ook anders dan dat we als volwassene geloven. We groeien aan het leven en we groeien aan ons geloof. We denken anders, dieper, meer overwogen, gaandeweg ons leven. De vragen die we vroeger stelden, komen terug - maar dan anders. Onze kerken mogen -als het goed is- daaromheen allerlei aanbod organiseren om de parochianen ter wille te zijn in gelovige groei en bloei.
Maar dan is wel de vraag: zijn er binnen de grenzen van onze parochiefederatie Sint Franciscus, tussen duin en tuin plekken (genoeg) waar we met elkaar over geloven, ons veranderd geloven, kunnen praten? Waar kunnen we het delen? En ook: hoe kan het verlevendigd worden? In de coronatijd hebben we kunnen merken wat we allemaal misten, o.a. het contact met elkaar. Maar hebben we ook het gesprek over ons geloven gemist? En de ontwikkeling die zich hierin voordoet?
In regio Noord is eind vorig jaar een nieuwe Bijbelgroep gestart, online, met mensen die met elkaar willen spreken over dat ene stukje uit de Bijbel dat ze al heel lang niet snapten. Of over dat deel dat hun inspireert en warm maakt. In gesprek, in gebed en middels Bijbel en muziek delen we onze drijfveren en zielenroerselen. Een prachtig initiatief dat geloven bij de deelnemers in beweging zet en laat groeien. Zij geloven in die groei en zoeken elkaar op om dat te bereiken. Het meest gehoorde: “Wat fijn dat we hier zo open met elkaar over kunnen praten” zegt genoeg.
Bij groeien in geloof kan het heilzaam zijn om vragen te stellen. Wat vind jij ervan? Tegelijkertijd is het ook belangrijk om onze eigen bronnen (nog) beter te kennen. Daarom is de aanwezigheid van een pastor geen overdaad, maar noodzaak. Uiteindelijk is de open samenwerking met elkaar de beste voedingsbodem voor gelovige groei. Mogen we elkaar veel blijven treffen in een open ontmoeting en gesprek, opdat we blijven groeien in ons geloven. Tot heil en zegen van onszelf en van anderen. Als we dat goed doen, hoeft het niet veel te zijn wat we aanpakken of aanraken. Want te veel van het goede blijft geen goede zaak. Veel gelovige oogst toegewenst in oktober!
Diaken Walther Burgering
Terug naar de voorgaande pagina