We zijn kluizenaars geworden
Sinds medio maart zijn er alleen vieringen in onze kerken zonder parochianen. Het Corona-virus breidde zich te snel over de Nederlandse bevolking uit en er werden maatregelen genomen. Op 13 maart kondigde de minister-president maatregelen aan. Zoveel mogelijk thuisblijven en geen lichamelijke contacten, veel handen wassen en drukke plekken vermijden. Inmiddels is het aantal besmettingen flink aan het teruglopen en maatregelen worden versoepeld.
Vanaf 1 juni mogen meer mensen de kerkdiensten bezoeken, eerst 30 en vanaf 1 juli 100, maar wel als afstand tot elkaar de 1,5 meter behouden. Dat is voor sommige parochies eenvoudig te realiseren, maar in elke parochiekerk moeten zeker maatregelen worden genomen. Na het aanbreken van de Corona-crisis werden huisbezoekjes ook afgeraden, want vaak zijn deze bij ouderen. Zij kunnen erg ziek worden van het virus, dus zijn andere oplossingen nodig. Veel ouderen zijn ook bang van het virus, dus willen ze liever geen bezoek.
Vieringen in de kerk worden via internet bij de parochianen gebracht en soms worden video’s opgenomen. Er verschijnen stukjes in de krant, maar al dit contact is meer in één richting. Maar je wilt graag horen hoe het met de parochianen gaat, dus wordt er veel gebeld. Deze gesprekken zijn korter dan de gesprekjes tijdens bezoekjes. Dit komt soms omdat het moeilijk is om je hart te luchten via de telefoon, maar soms is het ook lastig omdat iemand slecht hoort. Het gesprek blijft wat vaker oppervlakkig, de mensen vertellen dat de boodschappen worden gedaan, dat er weinig bezoek komt maar dat de zorg nog wel komt. Soms komen de kinderen ook niet meer om het risico van besmetting te verlagen. De parochianen vertellen hier gelaten over, ze kunnen er niets aan veranderen. Tijdens een gesprekje zei een vrouw: ‘Ja, pastor, we zijn kluizenaars geworden’. Dat vond ik zo mooi gevonden. Bij een kluizenaar moet je dan niet denken aan een zonderling die niemand aan de deur wil en die graag in eenzaamheid leeft, iemand die niet met andere mensen kan omgaan. Ik moest namelijk juist denken aan kluizenaars die de afzondering zoeken, de stilte, de eenzaamheid om ruimte te creëren en God te ontmoeten. De afleiding door de televisie, gesprekken met anderen, bezig zijn, valt weg en dan ervaar je alles anders, beter, je bent veel scherper. Opeens trekt iets jouw aandacht, wat anders helemaal niet zou zijn opgevallen. Er komt aandacht voor het kleine en in dat kleine kan het Grote verstopt zitten. God laat zich zien in het kleine als in een zin, in een lach, in een voorwerp of in een lied. Daar is de kluizenaar naar op zoek en hij is gelukkig als hij dat vindt. Misschien moeten wij maar zulke kluizenaars worden, op zoek naar het geluk in iets kleins. Maar een kluizenaar zoekt ook God en dan zal het zeker helpen dat wij straks elkaar weer mogen ontmoeten in onze parochiekerken. En dat wij samen ook daar God weer mogen ontmoeten. Ik wens u, voor nu, allemaal veel sterkte in het kluizenaarschap en graag tot ziens, straks in onze kerken.